Het Thomas-Kilmann conflictmodel omschrijft hoe diverse mensen omgaan met conflicten.
Het model heeft twee assen:
- Coöperatie en belangen zien van anderen (en daar rekening mee houden)
- Assertiviteit en eigen belang
Het model kent dan 5 smaken:
- Hoog assertiviteit/eigenbelang, laag in coöperatie/belangen van anderen: de forceerstijl (win/verlies)
- Hoog assertiviteit/eigenbelang, hoog in coöperatie/belangen van anderen: de samenwerkstijl (win/win)
- Laag assertiviteit/eigenbelang, laag in coöperatie/belangen van anderen: de vermijdende stijl (verlies/verlies)
- Laag assertiviteit/eigenbelang, hoog in coöperatie/belangen van anderen: de toegevende stijl (verlies/win)
- De compromisstijl: middenin, beiden geven wat toe
Van belang is hier:
- Ben je bewust van je eigen voorkeursstijl
- Ben je bewust van de voorkeursstijl van de ander
- Besef zowel jouw stijl of de stijl van de ander situationeel zijn
- De compromisstijl is in veel gevallen ook een goede optie
Het is niet gezegd dat een stijl ‘beter’ is dan een andere stijl. Ook de forceerstijl kan soms nodig zijn. Als besluiten uitblijven, maar keuze is nodig na oeverloze discussies, dan kan de forceelstijl nodig zijn. Ook als in sommige situaties een compromis niet kan (of zaken erger maakt).
De voorkeur is vaak win/win samenwerken. Dat is de fijnste en mooiste stijl. Vergeet niet dat, als dat niet lukt, je beter nog een compromis kunt sluiten, dus met behoud van de relatie, voordat je overgaat op forceren.
Ook toegeven kan soms een goede stijl zijn. Bijvoorbeeld als je baas je vraagt een stukje administratie te doen waar je het nut van inziet. Als het maar 10 minuten is, doe gewoon maar, anders kost het je meer werk.
Vermijden is een stijl die soms werkt: het boeit niet dat er een conflict is, gaat niet over iets belangrijks, dus laat maar zitten. Maar soms is het een gevaarlijke stijl, omdat hiermee iets sluimerends kan ontstaan. Problemen worden niet meer benoemd of aangepakt.