Als je moeite hebt in het begin met budgetteren, dan kan de 50-20-30 regel je helpen.
De 50-20-30 regel gaat over de indeling van je uitgaven:
- 50% vaste lasten
- 20% sparen/investeren
- 30% persoonlijke keuzes: hobby, kleding, uitgaan, etc
Als je al een kasboekje bijhoudt dan zijn de bedragen makkelijke af te leiden. Houd je nog geen kasboekje bij? Start er dan nu mee. Lees meer op deze blog.
Je vaste lasten kun je het beste met automatische incasso’s regelen.
Het sparen/investeren kun je ook met automatische boekingen naar je spaarrekening/beleggingsrekening doen.
De 30% die je overhoudt, daar ga je lekker van leven.
Maar dan moet je niet stiekem je spaarpot openmaken voor leuke dingen: die 20% sparen/investeren moet je ook echt zo laten.
Voordeel van de methode
Het grote voordeel van de methode is dat je veel kunt automatiseren. 70% is vaste lasten en investeren/sparen. Die automatiseer je. Wat overblijft is makkelijker te beheersen qua uitgaven.
Jaarlijks aanpassen
Vaste lasten stijgen jaarlijks. Net als jouw uitgaven (alles wordt duurder). Ook jou inkomsten stijgen hopelijk mee. Dat betekent wel dat je jaarlijks je 20% aan sparen/investeren automatische overboeking moet aanpassen.
Wat te doen met rente en dividend inkomsten?
Op je spaarrekening en beleggingen krijg je rente en dividend. Die leveren ook inkomsten op. Die inkomsten laat je gaan naar je spaar en beleggingsrekening en die tellen niet mee voor je 20%. Je gaat hier gebruik maken van het rente op rente effect om je investeringen sneller te laten groeien. Zie hiervoor de blog over de groei van de geldmachine, of het boek ‘De rijkste man van Babylon’.